Van West naar Oost. Vanaf Adelaide richting Melbourne. Deel 2.

12 september 2018 - Hamilton, Australië

Eerst een kleine correctie waar Guus mij op attendeerde. We gaan niet van Oost naar West maar andersom dus het kopje van het verhaal aangepast en gaan we hieronder weer verder waar we gebleven waren.

Vrijdag 7 september.

Vandaag gaan we verder naar het zuidoosten richting Mount Gambier aan de zuidkust.

Toen we aan het inpakken waren om te gaan vertrekken trokken een aantal geelkuif en 2 Rosé Kaketoes onze aandacht door hun opvallend en agressief geschreeuw. Wat bleek. De geelkuiven wilden de Rosé’s wegjagen uit “hun” boom. De Rosé’s waren echter niet van plan dat te laten gebeuren en gaven dan ook luidruchtig commentaar en maakten dreigende bewegingen door hun vleugels te spreiden en wilde bewegingen te maken. De geelkuiven vertrokken korte tijd later en toen bleek dat de Rosé’s in die boom een nestholte hadden die ze na het vertrek van de geelkuiven meteen gingen inspecteren.

Kort daarna kwamen een paar heel andere vogels in beeld. Op de camping en vlak bij de plek waar wij stonden was een conferentiecentrum gevestigd op het terrein van de camping. En daar werd die dag door militairen een conferentie gehouden. En dus werden de heren en dames, uitgerust in hun chicste uniform, ter plaatse afgeleverd met twee wel erg grote helikopters die op het grasveld naast onze camper landen. En dat maakte erg veel herrie en wind. Uit elke helikopter kwamen wel 10 of 12 officieren van land- en luchtmacht die daarna te voet naar het centrum gingen. Reizen met een “dienstvoertuig” is dan ook hier kennelijk goedkoper dan ze allemaal met eigen vervoer of per taxi te laten komen. Ook daardoor nu weer een bijzondere belevenis meegemaakt. Zo is iedere dag hier weer anders.

In het plaatsje Murray Bridge getankt en een bakje koffie gedaan. Daarna via Tailem Bend richting Coonalpyn. Onderweg zagen we aan de andere kant van de weg een hele parade antieke en verroeste vrachtauto’s staan bij iets wat aan de buitenkant op een road house leek. Gekeerd en daar naartoe gereden kwamen we uit bij het Old Tailem Bend dat als historisch gedachtegoed in ere wordt gehouden. Achter het road house, wat een klein restaurant bleek te zijn, lag de originele opzet van de eerste vestiging van die stad. Straten, winkels, werkplaatsen, een spoorlijn en station, stalhouderijen, woningen etc. Net zoiets als bij ons het openlucht museum. Echter allemaal vergane glorie en in slechte staat van onderhoud. Op het voorterrein enkele oude treinwagons en een overweg met werkende lichten en al. En om het gevoel van die oude tijd een beetje te krijgen werd muziek gedraaid uit de jaren 20. Een bijzonder museum.

Toen we vervolgden zagen we bij het plaatsje Kiki, dat hoort bij de gemeente Coonalpyn, grote graansilo’s langs de weg met daarop schilderingen van mensen en gezichten over de hele hoogte van zeker 20 / 25 meter. En daarachter in het veld grote heuvels met graan die afgedekt waren met enorme zeilen. En dus vele vogels waaronder kaketoes die hier letterlijk hun graantje mee pikten. Net buiten de plaats werden we verrast door een paartje zwarte geelstaart kaketoes. Je begint, zoals ik ook al eerder meldde, te merken dat het voorjaar aan het worden is. We zien meestal geen grote groepen kaketoes meer maar steeds meer enkele losse vogels of vogels die paarsgewijs bij elkaar zijn.

Uiteindelijk zijn we in Keith beland waar we aan het einde van de middag een camping vonden.

Zaterdag 8 september.

Vanuit Keith zijn we vertrokken met de bedoeling om in Mount Gambier een camping op te zoeken om daar een paar dagen te blijven. We hebben nog een kleine drie weken te gaan tot Melbourne. Maar we zitten daar nog op iets meer dan 500 km vandaan en gaan pas op de 27e naar Christchurch vliegen. Dus we gaan de komende weken vullen met het verkennen van kleine stukken van Victoria, de staat die net voorbij Mount Gambier begint en grenst aan South Australia.

In Kingston hebben we een reuze kreeft op de foto gezet die aan het begin van de plaats op een prominente plaats langs de doorgaande weg staat. Kingston ligt aan zee en heeft een van de grotere kreeften vloten. Daar hebben we ook een kunstwerk zien staan in de vorm van een zonnewijzer. Een plateau met daarop in een ellips een groot aantal dagen van het jaar en daaromheen in een halve cirkel grote stenen met daarop de aanduiding van de hele uren. Wanneer je dan zelf op de juiste datum gaat staan dan valt je eigen schaduw op het juiste uur. Mooi hoe dat gemaakt is.

Bij het plaatsje Robe kwamen we een kamelenfarm tegen. Hier noemen ze het kamelen maar het zijn in feite dromedarissen zoals wij ze noemen. Hier noemen ze het single of double bulten maar allemaal kamelen.

Vandaaruit kwamen we voorbij Robe in een landschap terecht dat zo vlak was als Nederland en ook net zo groen. Met op heel veel plaatsen gedeeltelijk onder water staande weilanden. Maar ook enorme regeninstallaties die er nu uiteraard werkeloos bij stonden. Heel veel schapen en dan bedoel ik echt duizenden, runderen in alle kleuren en maten en veel lammeren en kalveren. Ook hier kwamen we weer enkele zwarte geelstaart kaketoes tegen. Het blijft een indrukwekkend gezicht zoals die grote vogels zich met hun trage vleugelslag door de lucht bewegen.

Uiteindelijk zijn we gestrand in Millicent op een kleine rustige camping net buiten de stad waar we voor twee nachten geboekt hebben omdat we morgen naar Mount Gambier willen gaan om de sinkholes te gaan bekijken.

Zondag 9 september.

Vanuit Millicent via Tantanoola richting Mt. Gambier gegaan. Onderweg kwamen we bij een groot productiebos van pijnbomen een erg grote groep zwarte geelstaart kaketoes tegen die volop met elkaar aan het stoeien waren en langs de weg voedsel aan het zoeken waren. Dat is voor mij echt genieten hoor.

De productiebossen bestaan hier al vanaf 1849 en zijn enorm uitgestrekt en met duizenden bomen. Prachtige bossen die het landschap verrijken en voor een enorme rust zorgen tijdens het rijden.

Uiteindelijk in de plaats Mt Gambier terecht gekomen waar we eerst Englebrecht Cave bezocht hebben. Een sinkhole met in het informatiecentrum foto’s van het ontdekken, onderzoeken en als toeristische attractie gaan exploiteren ervan. Het sinkhole werd voor het eerst ontdekt en in bezit genomen in 1836. Dit sinkhole maakt deel uit van ondergrondse rivieren en grotten die helemaal onder de stad doorlopen. Een sinkhole is feitelijk een stuk van de oppervlakte dat in de grond is weggezakt. De grond hier bestaat uit Limestone, een soort kalkzandsteen zoals in Zuid-Limburg maar dan veel harder en ruwer. Door het voortdurend variëren van de hoogte van het water in de ondergrondse rivieren en grotten wordt de bovengrond instabiel en die is dan ook al op veel plaatsen ingestort. En waar dat gebeurde heeft zo’n gat een sinkhole.

Vanaf de Engebrecht Cave zijn we verder gegaan naar Lord Umpherstone’s sinkhole. Hier waren we jaren geleden ook al eens maar toen stonden alle planten in de bloei en nu was alles groen en waren er nog veel verdorde bloemen aanwezig. Maar daardoor niet minder imposant. Het is een gat in de grond van ongeveer 30 meter diep en met een diameter van zo’n 60 meter. Helemaal ingericht op bezoekers met gaanderijen, trappen en mooi aangelegde bloementuinen en hangende stroken klimop van wel 20 meter lang. Werkelijk ook nu weer een prachtig gezicht.

Hierna de weg vervolgt tussen het grijze en blauwe meer waar we vanuit een uitzichtpunt foto’s konden maken. En ook daar werden we weer verrast door een klein bijna helemaal blauw vogeltje waarvan we er ook al enkele gezien hadden op de camping in Millicent. Het heet een Blue Wren. Het vrouwtje is overwegend donker grijs met een ietwat lichtbruine borst. Ze zijn niet veel groter dan de roodborstjes bij ons.

Daarna naar Port Macdonnell gereden, een klein plaatsje pal aan de kust met een rijke historie. Voor deze kust zijn in de afgelopen eeuwen erg veel schepen vergaan die op een plaquette aan het water allemaal genoemd worden met daarbij het jaartal waarin ze vergaan zijn. Een erg ruwe kust die er nu nog dreigender uitzag door de sterke wind en de daarmee opgejaagde golven. Lekker even uitgewaaid op een van de vele uitkijkpunten.

We zijn toen een beetje afgedwaald en hebben via onverharde wegen en boerenlandwegen onze weg terug naar Millicent gezocht door het landschap dat ook nu weer afgewisseld werd door eindeloze weilanden met schapen en runderen en grote stukken productiebos met duizenden pijnbomen die, door het met tussenpozen van jaren aanplanten, erg in hoogte verschillen. Ook al enkele kale stukken waar de bomen pas of jaren terug gerooid waren. Op de oudere stukken stonden tussen de stronken al weer jonge bomen en bij de pas gerooide velden lagen enorme bergen met gezaagde boomstammen.

Maandag 10 september.

Vanuit Millicent zijn we naar het noorden gegaan waar we onderweg onze eerste Rosella’s tegenkwamen. Prachtige vogels met hun rode kop, blauwe keelvlekken en geelzwarte veren op de rug. Maar ze zijn hier erg schuw en lieten zich niet dicht genoeg benaderen om ze goed te filmen of op de foto vast te leggen. Maar een enkele wat donkere foto heb ik toch kunnen maken en op de site geplaatst.

Iets verderop overkwam ons hetzelfde met een paartje Swift parkieten. Veel kleinere in hoofdzaak groene vogels met hun rode snuit en iets blauw op de kop. Maar ook die waren snel verdwenen.

Via landwegen en de plaatsjes Nangwarry, Penola en Langkoop in de bossen bij Naracoorte terecht gekomen op een kampeerplaats bij in het Naracoorte Cave National Park. In dat park liggen vele grotten waarin skeletten van prehistorische dieren gevonden zijn. En die worden daar in het Fosil Centre tentoongesteld. Ook worden rondleidingen verzorgd door die grotten waarvan vooral door scholen en natuurvorsers gebruik gemaakt wordt.

We hadden het hele terrein voor ons alleen. Aan het einde van de middag de eerste Pennant rosella’s gezien en vastgelegd. Op dat terrein stonden enkele sinaasappelbomen die nog volop vruchten droegen. Een groot aantal was verdroogd maar het overgrote deel was rijp of halfrijp. Enkele geplukt en die waren lekker zoet dus een paar extra geplukt voor onderweg.

Dinsdag 11 september.

We gaan nu de komende tijd al zigzaggend door Victoria rijden om zoveel mogelijk plaatsje te kunnen bekijken en om de komende twee weken tot Melbourne zinvol in te vullen.

Vandaag vanuit Naracoorte een stukje hoofdweg gevolgd en daarna via de binnenlanden en Edenhope bij Hamilton terecht gekomen. Die plaats ligt ten zuidwesten van de Grampians, een stuk woud met vele watervallen en andere bezienswaardigheden waaronder het plaatsje Halls Gap dat daar ongeveer middenin ligt. En een stuk voorbij Naracoorte zijn we de grens overgegaan tussen Zuid-Australië en Victoria.

Voor ons Riki een vermoeiende dag vanwege de vele steile en slingerende wegen over de heuvels en door de dalen. En daarbij dan nog vaak een duwende vrachtauto die vind dat het niet snel genoeg gaat. Maar we zijn heelhuids in Hamilton aangekomen. Net voor dat plaatsje zijn we even van de doorgaande weg afgegaan om de grootste Gumtree van Australië te bekijken. De Bilston’s Tree. We moesten daarvoor wel voor ongeveer 6 km een gravel road volgen die gelukkig van harde gravel was en niet stoffig door de regenval van de laatste tijd. Maar het was de moeite zeker waard. Toen we die weg net ingereden waren kwamen links van ons een paar kangoeroes erachter dat dat witte ding toch wel vreemd was en gingen aan de loop. Ze bleven iets schuin voor ons door het bos rennen en haalden op hun gemak een snelheid van 40 / 45 km per uur. Toen we iets harder gingen rijden en we ze passeerden stopten ze. Enorm hoe hard die beesten – op het gemakje zo lijkt het -  kunnen rennen.

Weer wat verder kruisten enkele Skinks ons op de weg. Dat zijn nagenoeg zwarte staartloze hagedissen met een geschubd lijf. Ook enkele Emu’s zagen ons aankomen en zetten het op een rennen en waren toen ook al snel buiten beeld.

De Bilston’s Tree is een enorme rode gumtree die er aan de buitenkant erg wit / lichtgrijs uitzag. Hij heeft een diameter onderaan van 7,65 meter, is 43 meter hoog en volgens wat de geleerden ontdekt hebben al bestaand sinds 1200 AD. Een boom van meer dan 3000 jaren oud dus en nog steeds fier overeind staand.

Daarbij lag een omgevallen gumtree waarin allerlei afbeeldingen uitgehakt waren. Toen zagen we ook waaraan die boom zijn naam rode gumtree dankt. Onder de lichtgrijze bast was het hout oranjerood.

Prachtige afbeeldingen van allerlei dieren zoals de kangoeroe, de platypus, de Emu, de Kookaberra, de Opossum, een langnek schildpad en nog enkele andere dieren uit Australië.   Maar dat kun je op de foto mogelijk wel zien en op een stukje film.

Volgende keer weer meer van ons.

Doeiiiii.

Foto’s

3 Reacties

  1. Aline:
    12 september 2018
    Weer erg genoten!
  2. Jos en corry:
    12 september 2018
    Hoi Outbackers. Jullie verhalen zijn weer spannend. Veel vogeltjes daar lezen wij.
    Hoe gaat het met je pootje Miel? hoop voor jou dat het snel wat beter gaat.
    En weer prachtige foto's. we genieten enorm.
    Groetjes aan jullie Riki en tot horens
    Jos en Corry
  3. Miep v Gool:
    13 september 2018
    hallo luitjes ,wat weer spannende verhalen ik geniet er erg van Hoe gaat het met je voet ik hoop dat je snel weer zelf eens achter het stuur kan ,gelukkig dat je zo een geweldige vrouw hebt want het valt niet mee .Ik wens jullie nog veel reis genot .Heel veel lieve groetjes tante Mien